Gazon onderhoud

Klik op onderstaande onderwerpen om er direct heen te gaan:

Wanneer de graszoden net gelegd zijn

Het gras is nog niet in de grond geworteld en kan dus nog nauwelijks water uit de grond opnemen. Het heeft dan ook geen zin om lang te sproeien. Wel is het zaak vaak te sproeien. Een a twee keer per dag is de eerste 10 dagen niet overdreven (bij erg warm weer zelfs drie keer per dag). Vervolgens dient u dit natuurlijk af te bouwen om de wortels zo zelf naar water te laten zoeken en u zo een diepgeworteld en dus sterk gazon krijgt.

Na ongeveer 10 tot 14 dagen dient het gazon de eerste keer gemaaid te worden (afhankelijk van het weer kan het nodig zijn om enkele dagen langer te wachten). Controleer voor u gaat maaien of de graszoden al vast zitten aan de ondergrond.

Maai, zeker in het begin, het gras niet te kort (5 cm). Zorg ervoor dat de messen scherp zijn en maai in de richting waarin de graszoden gelegd zijn om te voorkomen dat de zoden bij het maaien loskomen.

Loop, ten slotte, de eerste weken zo min mogelijk over het gazon. De zoden moeten eerst stevig op de ondergrond vastgegroeid zijn.
Terug naar boven

Verticuteren

Eénmaal per jaar met een verticuteerhark uitkammen is goed voor uw gazon. Door middel van verticuteren verwijdert u het mos, en belucht u het gras bovendien. Merkt u dat u last hebt of krijgt van mos, dan is waarschijnlijk uw pH-waarde van de grond te laag (uw grond dus te zuur). U kunt een wat hogere dosering Groenkalk strooien om de pH-waarde te verhogen en de groei van mos tegen te gaan. Daarnaast is het zo dat in een sterk gazon onkruiden en mos geen kans hebben.
Terug naar boven

Bemesten 

Een gazon is echt niet het meest veeleisende deel van uw tuin, maar een goed en vooral regelmatig onderhoud wordt beloond met een fraai, gezond grastapijt. Heeft u kunstmest gestrooid, dan niet op het gras lopen om verbranding te voorkomen. Na een regenbui of besproeiing is dit gevaar geweken.

Om uw gazon goed en sterk te houden adviseren wij de volgende bemestingen aan te houden:

Januari-Februari 1,5 kg Kalk per 10m2
Maart 0,5 kg Voorjaarsbemesting per 10m2
Mei & Juli 2 x 0,7 kg Gazonmeststof per 10m2
Sept – Okt 0,5 kg Najaarsgazonmeststof per 10m2

Terug naar boven

Maaien 

Veel gazons worden te kort gemaaid en daardoor zien ze er minder fraai uit dan het geval kan zijn wanneer u een maaihoogte van 3 a 4 cm aanhoudt. Stel bij droog weer de maaimachine wat hoger af. Maai regelmatig (zo vaak als nodig) zodat u niet overdadig veel maaisel krijgt. Vang het gemaaide gras op in een grasvanger of hark het af. Dat voorkomt de groei en verspreiding van schimmels en onkruiden en de zode zal minder snel vervilten.
Terug naar boven

Beregenen 

Sproei niet te veel en te snel. De wortels gaan dan niet diep de grond in. Bij droogte 1 of 2 maal per week ’s avonds sproeien. Wanneer u sproeit, doe het dan enige uren achtereen. Dat is veel beter voor uw gazon dan vaak en weinig sproeien.
Terug naar boven

Beluchten 

Wanneer u jarenlang over het gras loopt, wordt de bovenlaag zeer vast en krijgen de wortels een tekort aan zuurstof. Uw gazon leeft ervan op wanneer u met een mestvork of handprikker op 10 cm afstand en minstens 10 cm diep gaatjes prikt. Regelmatig doorluchten van het gazon gaat mosgroei tegen.

Winterklaar maken

  • Zorg dat het gras gemaaid de winter in gaat (niet te kort, 3,5 – 4 cm).
  • Laat afgevallen bladeren niet liggen, hiermee voorkom je het verstikken en rotten van het gras.
  • Loop in de wintermaanden (zeker bij vorst!) zo min mogelijk over het gras, aangezien het gras niet groeit herstelt het gras zich niet of nauwelijks.

Terug naar boven

Wanneer u bovenstaande tips opvolgt, zult u gegarandeerd jarenlang een mooi gazon in uw tuin hebben waarin onkruiden en mos geen schijn van kans hebben. Mocht u desondanks problemen met uw gazon hebben vindt u onderstaand mogelijk een oplossing.

Probleemoplossing


Mos

Mosvorming betekent meestal dat de grond aan het verzuren is, dus daar moeten de maatregelen op zijn gericht. Mos ontstaat gemakkelijk door: te kort maaien (verzwakt het gras), een te arme en te weinig bemeste ondergrond en te veel schaduw.

Zorg dat u het mos uit het gras verticuteert en verhoog de PH-waarde tot 6 a 6,5 door het strooien van kalk. Het kan zijn dat er nauwelijks nog gras tussen het mos staat, het is dan raadzaam dat u wat graszaad door het gazon heen moet strooien om de mat weer mooi dicht te laten groeien.

Daarnaast dient u te zorgen dat u het gras niet te kort maait (houd een lengte van 3-4 cm aan). Voorkomen is beter dan genezen, dus raad ik u aan minstens 1 x per jaar uw gras te verticuteren. Dit kunt u het beste in het voorjaar (maart – april) doen.
Terug naar probleemoplossing.

Ziektebestrijding

In een gazon kunnen diverse ziekten optreden. Vaak zijn deze van tijdelijke aard en geven geen of nauwelijks schade. De grasmat herstelt zich meestal vanzelf. Toch willen we hier twee ziekten noemen die vaak optreden na het leggen van graszoden.

1. Sneeuwschimmel

In de herfst treedt soms de schimmel Microdochium nivale op, bij ons bekend onder de naam Sneeuwschimmel.

Deze schimmel veroorzaakt bruine plekken, waarin sneeuwwit pluis is te ontdekken. Meestal komt deze schimmel alleen in het eerste jaar na het aanleggen van de grasmat voor.

Na het eerste jaar krijgt u er vrijwel nooit meer mee te maken. Nog onduidelijk is de reden van het optreden van deze schimmelsoort.

Als de schimmel op grote schaal voorkomt is een chemische behandeling van de grasmat aan te bevelen. Gelukkig is de aantasting meestal slechts in geringe mate aanwezig en groeit de ontstane schade er in het voorjaar zo weer uit.

2. Rooddraad

Allereerst komt in de nazomer en gedurende het begin van de herfst de schimmel Laetisaria fuciformis voor, bij ons bekend onder de naam Rooddraad.

Deze schimmel lijkt bovenop het gras te liggen en laat de punten van het gras verdorren en aan elkaar plakken. Als u goed kijkt treft u rode draden van schimmelpluis aan.

Deze schimmel treedt vaak op bij een tekort aan voeding in de grasmat. Voldoende bemesten helpt meestal afdoende.
Terug naar probleemoplossing.

Emelten en Engerlingen

De emelt is de larve van de langpootmug, die zijn eitjes in het gras legt. Omdat de emelt vlak boven de grond de grasdeeltjes afvreet in een cirkelvorm is de schade te herkennen door de kale plekken, die van binnenuit naar buiten toe steeds groter worden. Schade in gazons door emelten komt niet vaak voor. Anders is het schadebeeld, veroorzaakt door de engerling. De engerling is de larve van de meikever. Doordat de larve leeft van de wortel van planten, verdort het gras snel na aantasting. De schade is te herkennen aan het verdorde gras, dat normaal in de grond blijft staan. De graszode ligt los en de plekken zijn niet rond. De dode plekken kunnen soms erg groot worden. De meikever wordt de laatste jaren steeds vaker gesignaleerd.
Terug naar probleemoplossing.